Saturday, December 27, 2008

Ekke ebben ! Ekke ebben !

De Afrikaanse strijdkreet hoor je tegenwoordig in alle hoeken van ons huis en daarbuiten. Soms klinkt hij als een vriendelijk maar klagerig verzoek. Meestal wordt van meet af aan duidelijk gemaakt dat het gaat om een regelrecht bevel - één dat dringend is, héél dringend zelfs - en dat elk uitstel op gepaste wijze zal worden bestraft. Die straf is niet min. Het is een lijfstraf, die het vooral op onze oren heeft gemunt. Haar duur is onvoorspelbaar, haar hevigheid niet.
Maar het graaien moet worden begrensd, paal en perk aan de hebberige handjes ! Dus zetten wij ons schrap. Doen eerst alsof we het niet horen, daarna alsof we het niet begrijpen. We beelden ons rustgevende oceaangeluiden in en trachten er stoïcijns bij te kijken. Vertellen elkaar hoe onze rechtlijnigheid zal worden beloond. Terreinen vol mijnen die anderen mijden, zullen wij triomfantelijk binnenstormen. Restaurants, speelgoedwinkels en grootwarenhuizen zullen voor ons als rustoorden zijn. En dan de afgunst van onze vrienden wanneer wij met een eenvoudig “nee” de opstand smoren in de kiem.
Lange termijn, wij moeten op lange termijn denken. Op korte is rust te koop. Met koekjes en boekjes en een enkele keer met het bloemstuk op tafel dat uit giftige besjes bestaat. Het is verleidelijk, maar wij bezwijken niet. Het schrille walvissengehuil dat daarop onze oren bereikt, verschilt wel héél erg van de zeegeluiden in onze hoofden.

Kerstplaatjes